Aanpassing belastingdruk box 3

De Wet aanpassing box 3 is gepubliceerd in Staatsblad 2020, 546, 23 december 2020. Met deze wet wordt de vermogensrendementsheffing in box 3 aangepast zodat met ingang van 2021 met name de belastingdruk op kleinere vermogens in box 3 daalt.
 
Als het totale vermogen op de peildatum van 1 januari van een belastingjaar meer bedraagt dan het heffingsvrije vermogen, dan is de belastingheffing van box 3 van toepassing. Voor 2020 bedraagt het heffingsvrije vermogen € 30.846 voor alleenstaanden en € 61.692 voor gehuwden. Met ingang van 1 januari 2021 wordt dat verhoogd naar € 50.000 voor alleenstaande en € 100.000 voor gehuwden. Indien het vermogen hoger is dan het vrijgestelde bedrag, wordt dat meerdere progressief belast.
 

Voor 2020 laat de belastingheffing zich als volgt schematisch weergeven:

Schijf Uw (deel van de) grondslag sparen en beleggen 2020 Percentage spaargedeelte 0,07% Percentage beleggingsgedeelte 5,28%
1 vanaf € 30.846 tot € 103.643 67% 33%
2 vanaf € 103.643 tot € 1.036.418 21% 79%
3 vanaf € 1.036.418 0% 100%

Het berekende gemiddelde rendement wordt vervolgens belast tegen een tarief van 30%.
 
De schrijfgrenzen worden met ingang van 1 januari 2021 opnieuw vastgesteld. Voor 2020 laat de belastingheffing zich als volgt schematisch weergeven:

Schijf Uw (deel van de) grondslag sparen en beleggen 2020 Percentage spaargedeelte 0,03% Percentage beleggingsgedeelte 5,69%
1 vanaf € 50.000 tot € 100.000 67% 33%
2 vanaf € 100.000 tot € 1.000.000 21% 79%
3 vanaf € 1.000.000 0% 100%

Het berekende gemiddelde rendement wordt vervolgens belast tegen een tarief van 31%.
 
Mocht u naar aanleiding van dit artikel vragen hebben, neem dan contact op met Robert Philips, belastingadviseur (philips@bureau-aard.nl).
 

Bureau Aard koopt: Helenadal 30-32 te Valkenswaard

IN Valkenswaard, MET Valkenswaard en VOOR Valkenswaard. Wij hebben de afgelopen dagen onze nieuwe projecten op de website gedeeld. Die projecten dragen bij aan het antwoord op de vraag naar passende woningbouw in Valkenswaard. Bij elkaar een mooie mix, met ook aandacht voor starters en senioren. Voor de uitvoering werken wij samen met lokale ondernemers: van makelaar tot architect en van financieel adviseur tot aannemer.
 
Bureau Aard heeft het bestaande gebouw gekocht aan het Helenadal 30-32 in Valkenswaard, bij de meeste mensen ook wel bekend als “De Dommelbron”. Veel mensen uit Valkenswaard en omgeving danken hun zwemvaardigheid aan de zwemschool die er lange tijd gevestigd is geweest en die recent haar deuren heeft gesloten.
 
Het voortzetten van het bestaande gebruik is bedrijfseconomisch niet verantwoord. Wij leggen ons toe op de herontwikkeling van de locatie. Het bestaande gebouw zal worden gesloopt en plaats maken voor een nieuwe ontwikkeling. Onze eerste gedachten gaan uit naar de ontwikkeling ten behoeve van woningbouw: ruime woonappartementen, uitermate geschikt voor senioren. Het bestaande aanbod is Dommelen is beperkt en kleiner dan de vraag. De locatie bevindt zich nabij voorzieningen (De Belleman).
 
Bent u geïnteresseerd in dit project of in een van onze andere projecten? Volg de ontwikkelingen op onze website of maak per e-mail (info@bureau-aard.nl) uw interesse kenbaar.
 

Bureau Aard breidt uit in Boxmeer en koopt: Steenstraat 72 te Boxmeer

Bureau Aard onderstreept haar positie in de regio Boxmeer met de verwerving van de Steenstraat 72. Een monument in het centrum van Boxmeer, omgeven door winkels, horeca en overige voorzieningen.
 
Het gebouw is omstreeks 1880 gebouwd. In 1924, toen een deel in gebruik was bij Hanzenbank en een deel in gebruik was als sigarenwinkel, kwam het in handen van de eerste generatie Janssen. De derde generatie Janssen, Frans Janssen, heeft laatstelijk “Jansen Den Drêjer Slagerij” in de winkel op de begane grond geëxploiteerd. Het is een gemeentelijk monument.
 

Bureau Aard zal de begane grond verbouwen tot een hedendaagse kantoorruimte, voor haar eigen vestiging in Boxmeer en als ontmoetings- en werkplek voor met Bureau Aard gelieerde ondernemingen. Wim Smits: “deze vestiging is een aanwinst voor Bureau Aard en geeft blijk van het belang van Boxmeer en omgeving voor onze bedrijven”.
 

Bureau Aard koopt: Zalencentrum De Graver in Valkenswaard

Bureau Aard heeft het complex aan de Kerstroosstraat 20 in Valkenswaard gekocht. Het complex is plaatselijk ook wel bekend als “Zalencentrum De Graver” en heeft geruime tijd dienst gedaan als ontmoetingsplek voor Valkenswaard en omgeving.
 
Het complex ligt centraal in de wijk ‘t Gegraaf en is midden jaren zestig gebouwd als mulifunctioneel onderkomen voor wijkactiviteiten. In 1969 werd het complex in gebruik genomen als middelpunt van de RK Paulusparochie. In 1989 vond de omvorming tot zalencentrum plaats. Met de tijd is gebleken dat een dergelijk complex niet meer (bedrijfseconomisch) verantwoord kan worden geëxploiteerd, ook al vervulde het wel een belangrijke functie en zal menig inwoner van Valkenswaard er wel een warme of feestelijke herinnering aan koesteren. Wij leggen ons toe op een herontwikkeling, die bijdraagt aan de revitalisatie van de wijk.
 

De herontwikkeling is gericht op de realisatie van een woongebouw, bestaande uit startersappartementen voor zelfbewoning door de (particuliere) eigenaar met parkeervoorziening in een (halfverdiepte) kelder. Het plan geeft inwoners die een start met hun wooncarriere willen maken de kans een eigen (woon)appartement te kopen, op steenworp afstand van winkels en voorzieningen.
 

Bent u geïnteresseerd in dit project? Volg de ontwikkelingen op onze website of maak per e-mail (info@bureau-aard.nl) uw interesse kenbaar.
 

Bureau Aard koopt: Willibrorduslaan 87 te Valkenswaard

Bureau Aard heeft de bedrijfsruimte aan de Willibrorduslaan 87 gekocht. De bedrijfsruimte die plaatselijk ook wel bekend staat als die van “STEK87”.

 

In Valkenswaard is sprake van een toenemende vraag naar woningen. En de positionering van bestaande bedrijfslocaties vraagt in voorkomend geval om herbezinning, zo ook op deze locatie. Het plan dat wij voor ogen hebben bestaat uit gestapelde woningbouw aan de zijde van de Geenhovensedreef, grondgebonden woningen aan de Bonifaciusstraat en de Willibrorduslaan en parkeervoorzieningen in een kelder en op het binnenterrein.

 

De grondgebonden woningen zijn bedoeld voor starters op de woningmarkt.

 

De woonappartementen hebben een grootte variërend van 80 tot 90 vierkante meter en de woonappartementen op de begane grond zijn met name geschikt voor senioren.

 

Een gedifferentieerd woningbouwprogramma dat aansluit bij de behoefte in de markt.

 

Bent u geïnteresseerd in dit project? Volg de ontwikkelingen op onze website of maak per e-mail (info@bureau-aard.nl) uw interesse kenbaar.

 

NOW-regeling | accountantsverklaring en nieuwe mogelijkheden

Het ministerie van SZW heeft duidelijkheid gegeven over de ondergrens voor een accountantsverklaring bij de NOW-regeling. In aanvulling op het accountantsprotocol van SZW komt de NBA met één of twee standaarden voor accountants.
 
Voor de NOW wordt een accountantsverklaring verplicht voor bedrijven die een voorschot (80% van het verleende subsidiebedrag) hebben ontvangen van €100.000 of meer. Om te voorkomen dat een aanvrager een laag voorschot aanvraagt, maar bij vaststelling uiteindelijk een subsidie ontvangt die hoger is dan €125.000, zonder dat daarbij een accountantsverklaring hoeft te worden overlegd, wordt ook bij een vast te stellen subsidie van €125.000 of meer een accountantsverklaring vereist.
 
Ondernemingen die een voorschot van minder dan €100.000 hebben ontvangen zijn zelf verantwoordelijk om in te schatten of de subsidie op €125.000 of meer wordt vastgesteld, waardoor ook zij een accountantsverklaring nodig hebben. De overheid zal hiervoor een online tool beschikbaar stellen aan de hand waarvan een redelijke inschatting gemaakt kan worden of een accountantsverklaring al dan niet benodigd is.
 
Het UWV heeft aangegeven dat op basis van voorlopige cijfers van de eerste 113.000 aanvragen blijkt dat ongeveer 10% van het aantal bedrijven €100.000 of meer aan voorschot ontvangen heeft.
 
Aanvragen tot vaststelling vanaf 7 oktober
Ruim 121.000 werkgevers hebben tot op heden een aanvraag ingediend voor de Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid (NOW), sinds de openstelling daarvan op 6 april. Via de NOW-regeling kunnen ondernemingen tot negentig procent van de loonkosten vergoed krijgen afhankelijk van hun werkelijke omzetdaling. Zij moeten daarvoor kunnen aantonen minimaal twintig procent minder omzet te hebben behaald over een periode van drie maanden.
 
Het ministerie heeft inmiddels bekendgemaakt dat er een nieuw tijdvak voor de NOW wordt opengesteld in juli, met andere voorwaarden. Daarbij is ook duidelijk geworden dat overlap tussen de aanvraag- en de vaststellingsperiode voorkomen moet worden.
 
Nieuwe mogelijkheden
In de derde wijziging van de NOW zijn er twee nieuwe mogelijkheden voor aanvragers van een tegemoetkoming op grond van de NOW:
 

  • De mogelijkheid om voor de berekening van de loonsom ook te kijken naar de maanden maart, april en mei.
  • De mogelijkheid om bij een overgang van onderneming de omzet op een afwijkende manier te bepalen. Hierdoor kunnen werkgevers die in eerste instantie niet in aanmerking kwamen voor een tegemoetkoming op grond van de NOW mogelijk alsnog succesvol een aanvraag doen.

 
Het aanvraagtijdvak voor de eerste tranche van de NOW wordt hierom langer opengesteld: tot en met 5 juni 2020. De hiervoor genoemde nieuwe mogelijkheden voor aanvragers hebben terugwerkende kracht tot de datum van de brief van 20 mei waarin deze wijzingen aan de Tweede Kamer zijn aangekondigd. Vanaf dat moment konden werkgevers een beroep doen op deze mogelijkheden. Werkgevers die meenden eerder geen recht te hebben op een tegemoetkoming op grond van de NOW hebben door de verruiming van het aanvraagtijdvak voldoende tijd om alsnog een aanvraag in te dienen.
 
De oorspronkelijke datum tot aanvragen vaststelling is in verband met bovenstaande opgeschort naar 7 oktober.
 
Protocol en standaarden
Er wordt door SZW en de NBA intensief overleg gevoerd over de inhoud van de accountantswerkzaamheden, in situaties waar wel een accountantsverklaring vereist is. SZW werkt hiervoor aan een accountantsprotocol. De NBA werkt tegelijk aan een passende standaard of standaarden.
 
SZW en NBA partijen verwachten het protocol en de standaarden voor 1 augustus definitief te kunnen publiceren.
 
Betrokkenheid van accountant
Voor bedrijven die hun omzetdaling meten over de periode 1 maart tot en met 31 mei loopt binnenkort de eerste subsidieperiode af. Ondanks dat ondernemers niet voor 7 oktober hun afrekening kunnen indienen en accountants ook nog geen duidelijkheid hebben over de te verrichten werkzaamheden voor de verklaring, lijkt het toch verstandig om tijdig te overleggen over het afsluitingsproces.
 
Accountants zullen de werkzaamheden moeten plannen en het is ook goed om te begrijpen hoe de onderneming heeft geopereerd in de eerste drie maanden, en wat de weerslag hiervan is op de effecten in de administratie. Daarnaast kunnen er alvast afspraken worden gemaakt over de aan te leveren informatie aan de accountant, die kan worden aangevuld als het protocol en de standaarden definitief zijn.
 

Eerste Hulp Bij Corona (COVID-19)

De gevolgen van de COVID-19 uitbraak grijpen fors om ons heen. Het raakt iedereen in de persoonlijke levenssfeer. Hulde aan iedereen die zich inzet om het virus en de gevolgen van de uitbraak te bestrijden en die actief is in een vitaal beroep. Dat verdient niet alleen respect, maar verlangt ook dat wij allemaal verantwoord omgaan met de richtlijnen om zo ook maximaal bij te dragen aan de beheersbaarheid van de (gevolgen van de) uitbraak van COVID-19.

Wij hebben niet de kennis en vaardigheid om de zo nodige persoonlijke medische hulp en zorg te bieden. Wel kunnen wij hulp bieden aan ondernemers: Eerste Hulp Bij Corona (COVID-19).

De overheid heeft maatregelen genomen met als doel te bevorderen dat ondernemers de tijd dat het virus ons land in z’n greep heeft zakelijk te overwinnen. Wij kunnen ons voorstellen dat de inhoud of uitvoering van die maatregelen niet voor alle ondernemers duidelijk is. Of dat zij hulp nodig hebben om gebruik te maken van die maatregelen.

De COVID-19 uitbraak kan ook verder strekkende gevolgen hebben dan met de noodmaatregelen kunnen worden overwonnen. Daarom hebben wij een team samengesteld van professionals die samen of elk op hun vakgebied ondernemers van dienst kunnen zijn:

R.J.G.M. Philips AA RB (philips@bureau-aard.nl): Voor de toepassing van door de overheid genomen steunmaatregelen, voor belastingadvies en om samen met de ondernemer de levensvatbaarheid van de onderneming te diagnosticeren.

mr. M.Ph.A. Senders (senders@bureau-aard.nl): Voor de toepassing van de door de overheid genomen steunmaatregelen, voor het analyseren en beperken van risico’s, in verband met dreigende insolventie (faillissement) en voor herstructurering of recovery.

Maar ook als u gewoon een gesprekspartner zoekt voor de afweging van een mogelijk moeilijke keuze waar u als ondernemer voor staat, dan nodigen wij u uit contact met ons op te nemen.

De verantwoordelijkheden van de bestuurder van een BV

Elke bestuurder van een vennootschap dient zich bewust te zijn van de verantwoordelijkheden die de taak van bestuurder met zich meebrengt.
 
Elke bestuurder moet zijn taak behoorlijk vervullen. Als het bestuur zijn taak onbehoorlijk heeft vervuld kan een bestuurder op grond van de wet door de vennootschap (of in geval van faillissement, door de faillissementscurator) aansprakelijk worden gehouden voor de schade die ontstaan is door zijn onbehoorlijk bestuur. Hij moet dan de door de vennootschap geleden schade vergoeden. Aan een bestuurder wordt de eis gesteld dat hij beschikt over het inzicht en de zorgvuldigheid die mogen worden verwacht van een bestuurder die op zijn taak berekend is en deze nauwgezet vervult. Kortom, een bestuurder moet bekwaam zijn en zijn taak zorgvuldig uitoefenen. Een bestuurder mag uiteraard gewoon fouten maken. Bij ondernemen hoort risico’s nemen. Bij risico’s horen fouten. Dus voor aansprakelijkheid moet aan de bestuurder een ernstig (persoonlijk) verwijt kunnen worden gemaakt. Een ‘gewone bestuursfout’ levert niet zomaar een ernstig verwijt op. De vraag of een bestuurder een ernstig verwijt kan worden gemaakt moet worden beantwoord aan de hand van de omstandigheden van het geval.
 
De aansprakelijkheid van een bestuurder kan echter nog verder gaan dan alleen het vergoeden van schade. Hij kan onder omstandigheden zelfs aansprakelijk zijn voor alle tekorten van de vennootschap die hij heeft bestuurd. Dit betreft de bestuurdersaansprakelijkheid in faillissement (artikel 2:248 BW). Deze vorm van aansprakelijkheid in faillissement is dus niet beperkt tot de directe schade als gevolg van de onbehoorlijke taakvervulling, zoals het geval is bij bestuurdersaansprakelijkheid buiten faillissement op grond van artikel 2:9 BW.
 
Een curator kan het bestuur van de failliete vennootschap aansprakelijk houden voor het boedeltekort (alle schulden, inclusief de faillissementskosten, die niet uit het faillissement kunnen worden voldaan), indien: (a) sprake is ‘kennelijk onbehoorlijk bestuur’, (b) dat zich heeft voorgedaan in de drie jaren voorafgaand aan het faillissement en (c) wanneer dat onbehoorlijke bestuur een belangrijke oorzaak is van het faillissement. Van kennelijk onbehoorlijk bestuur zal normaal gesproken niet snel sprake zijn. Kennelijk onbehoorlijk bestuur impliceert steeds onverantwoordelijk, onbezonnenheid of roekeloos handelen met de, objectief te bepalen, wetenschap dat de schuldeisers daarvan de dupe kunnen worden. Van kennelijk onbehoorlijk bestuur is slechts sprake indien geen redelijk denkend bestuurder onder dezelfde omstandigheden aldus zou hebben gehandeld. Wanneer het bestuur niet heeft voldaan aan zijn verplichting een behoorlijke boekhouding te voeren of zijn verplichting de jaarrekening(en) binnen de daartoe geldende wettelijke termijn(en) te publiceren, dan staat vast dat het bestuur zijn taak onbehoorlijk heeft vervuld. Maar daarmee is een curator er nog niet; hij moet immers aantonen dat deze onbehoorlijke taakvervulling een belangrijke oorzaak van het faillissement is. De wet bepaalt overigens wel dat het vermoeden geldt dat deze onbehoorlijke taakvervulling een belangrijke oorzaak van het faillissement is. Maar daar kan de bestuurder tegenbewijs tegen leveren door aan te tonen dat er een andere zwaarwegende externe oorzaak is van het faillissement. Het bestuur is verplicht de administratie op een zodanige wijze te voeren en de daartoe behorende boeken, bescheiden en andere gegevensdragers te bewaren, dat te allen tijde de rechten en verplichtingen van de rechtspersoon kunnen worden gekend. Er dient snel inzicht te kunnen worden verkregen in de debiteuren- of crediteurenpositie op enig moment. Deze debiteuren- of crediteurenpositie en de stand van de liquiditeiten van de vennootschap moeten gezien de aard en de omvang van de onderneming een redelijk inzicht geven in de vermogenspositie van de vennootschap.
 
Een bestuurder van een vennootschap dient ook zorgvuldig te handelen tegenover derden, bijvoorbeeld crediteuren van de vennootschap. Doet hij dit niet, dan zou een derde die daardoor schade lijdt de bestuurder persoonlijk aansprakelijk kunnen houden voor die schade. Van aansprakelijkheid van een bestuurder jegens derden is niet snel sprake. Voor onrechtmatig handelen van een bestuurder jegens een derde geldt in de praktijk dezelfde maatstaf als bij aansprakelijkheid van een bestuurder jegens de vennootschap; hem moet een ernstig (persoonlijk) verwijt kan worden gemaakt.
 
In de rechtspraak worden in het algemeen de volgende drie situaties onderscheiden, waarbij relevante factor steeds is de mate waarin voor de bestuurder voorzienbaar was dat zijn handelen tot schade bij derden zou leiden:
 
1. Het bewerkstelligen of toelaten dat de vennootschap wanprestatie pleegt (dus haar wettelijke of contractuele verplichtingen niet nakomt): Een vennootschap is in beginsel vrij om in willekeurige volgorde haar schuldeisers te voldoen, zonder acht te slaan op het tijdstip van ontstaan van de vordering of een daaraan verbonden voorrecht. Desondanks kan betaling door de vennootschap van een (opeisbare) schuld onder omstandigheden toch een onrechtmatige daad van de bestuurder van die vennootschap opleveren jegens de onbetaald gebleven schuldeisers. Dit is onder meer het geval indien de bestuurder met het wel betalen van een bepaalde crediteur jegens de overige crediteuren zodanig onzorgvuldig heeft gehandeld dat hem persoonlijk een ernstig verwijt kan worden gemaakt. Van een dergelijk ernstig verwijt is in ieder geval sprake indien de bestuurder wist of redelijkerwijs had behoren te begrijpen dat de door hem bewerkstelligde of toegelaten handelwijze van de vennootschap tot gevolg zou hebben dat deze haar verplichtingen niet zou nakomen en ook geen verhaal zou bieden voor de als gevolg daarvan optredende schade. Kortom, voorzichtigheid is geboden bij betaling van (een) enkele individuele crediteur(en).Van een persoonlijk ernstig verwijt zal in ieder geval sprake kunnen zijn als de bestuurder wist of redelijkerwijze had behoren te begrijpen dat de door hem bewerkstelligde of toegelaten handelwijze van de vennootschap tot gevolg zou hebben dat de vennootschap haar verplichtingen niet nakomt en ook geen verhaal biedt voor de als gevolg daarvan optredende schade. Voorbeelden hiervan zijn het op ongeoorloofde wijze onttrekken van vermogen aan de vennootschap en het selectief betalen van bepaalde crediteuren ten detrimente van andere crediteuren.
 
2. Het aangaan van verplichtingen terwijl de bestuurder weet of redelijkerwijs behoort te begrijpen dat de vennootschap deze niet zal kunnen nakomen: De bestuurder van een vennootschap kan onder omstandigheden persoonlijk aansprakelijk worden gehouden indien hij namens de vennootschap een verplichting is aangegaan terwijl hij wist of redelijkerwijs had behoren te begrijpen dat de vennootschap deze verplichting niet kan nakomen en dat de vennootschap ook geen verhaal biedt voor de als gevolg daarvan door de wederpartij te lijden schade. Als de vennootschap in zwaar weer verkeert is derhalve ook voor het aangaan van nieuwe verplichtingen voorzichtigheid geboden. Ook het doen continueren van verplichtingen, waarvan de bestuurder weet of zich heeft moeten realiseren dat deze niet kunnen worden nagekomen, kan tot persoonlijke aansprakelijkheid leiden. Het voorgaande betekent niet dat een bestuurder helemaal geen vrijheid meer heeft als een vennootschap het financieel zwaar(der) krijgt. De bestuurder die namens de vennootschap verplichtingen aangaat op een moment waarop het voor hem twijfelachtig is of de vennootschap aan haar verplichtingen zal kunnen voldoen handelt niet zondermeer in strijd met de op hem rustende zorgplicht. Op de vraag waar de grens of het omslagpunt ligt bestaat geen eenduidig antwoord. De omstandigheden van het geval zullen steeds bepalend zijn. In alle gevallen zal een bestuurder echter zorgvuldig moeten omgaan met de schuldeisers van de vennootschap.
 
3. Het verrichten namens of toestaan van handelingen door de vennootschap, terwijl de bestuurder die handelingen in verband met de hem kenbare belangen van een derde (de benadeelde) had behoren te voorkomen. Ook hier geldt dat dit niet betekent dat een bestuurder helemaal geen vrijheid meer heeft als een vennootschap het financieel zwaar(der) krijgt.
 
Dreigt u als bestuurder in een lastig pakket terecht te komen of wilt u gewoon meer weten over de taken, verantwoordelijkheden en risico’s van de rol van bestuurder, neem dan contact op met Bureau Aard.
  

Meldingsplicht buitenlandse werkgevers

Meldingsplicht voor buitenlandse werkgevers die in Nederland werk (doen) verrichten

Vanaf 1 maart 2020 geldt voor buitenlandse werkgevers en zelfstandige ondernemers (uit landen van de Europese Economische Ruimte (EER) of Zwitserland) een meldingsplicht als zij in Nederland tijdelijk werkzaamheden verrichten. Bij de melding moet onder meer worden aangegeven welke werkzaamheden verricht gaan worden, in welke periode en of werknemers worden meegebracht. Ook de komst van alle gedetacheerde werknemers moet worden gemeld.

 
De meldingsplicht vindt de grondslag in de Wet arbeidsvoorwaarden gedetacheerde werknemers in de EU (WagwEU) en het Besluit arbeidsvoorwaarden gedetacheerde werknemers in de EU.

 

brief-belastingdienst-btw-aangifte

Het mogelijke gevolg als u minimaal een jaar niets aangeeft op btw-aangifte

Bent u ondernemer in de zin van de Wet op de omzetbelasting 1968 en droeg u minimaal één jaar geen btw af of bracht u geen btw in aftrek? Dan bestaat de kans dat de belastingdienst u een brief heeft gestuurd met daarin de mededeling dat de belastingdienst veronderstelt dat u met de onderneming bent gestopt.
 
Bent u inderdaad gestopt met uw onderneming, dan is het niet nodig naar aanleiding van de brief van de belastingdienst actie te ondernemen.
 
Bent u niet gestopt met uw onderneming, dan is het belangrijk dat u de belastingdienst informeert en uitlegt waarom minimaal een jaar geen btw is afgedragen of in aftrek gebracht. Voor de recent verzonden brieven geldt een reactietermijn tot 25 februari aanstaande.
 
Als u niet reageert op de brief van de belastingdienst, dan trekt de belastingdienst het omzetbelastingnummer in en het btw-identificatienummer komt te vervallen. Dat kan wel gevolgen hebben als sprake is van bestaande bedrijfsmiddelen. De belastingadviseur van Bureau Aard is er met raad en daad voor vraagstukken op het gebied van omzetbelasting.