De invoering van een nieuw stelsel voor box 3, waarin vermogen op basis van werkelijk rendement wordt belast, is uitgesteld naar 1 januari 2028.
Reden voor uitstel
Voor de invoering van het nieuwe box 3-stelsel is vastgesteld dat een wetsvoorstel uiterlijk op 15 maart 2026 moet zijn aangenomen om de geplande invoeringsdatum in 2028 te halen. Hoewel tijdelijke alternatieven, zoals een vermogensaanwasbelasting of een vermogensbelasting, theoretisch per 2027 haalbaar zouden zijn. Toch kiest het kabinet daar niet voor, omdat een tussenstelsel voor slechts één jaar de uiteindelijke hervorming naar werkelijk rendement verder zou bemoeilijken
Forfaitair en werkelijk rendement
Het huidige box 3-stelsel werkt op basis van een forfaitair rendement, waarbij een fictief rendement wordt vastgesteld voor verschillende soorten vermogen. Dit betekent dat belastingplichtigen belasting betalen over een verondersteld rendement, ongeacht hoeveel zij daadwerkelijk hebben verdiend met hun vermogen.
Voor de aangifte over het inkomstenbelastingjaar 2024 blijft het forfaitaire systeem van kracht. Dit houdt in dat belastingplichtigen belasting betalen over een vastgesteld fictief rendement. Belastingplichtigen kunnen in 2024 gebruikmaken van de tegenbewijsregeling. Dit betekent dat zij moeten aantonen dat hun werkelijke rendement lager is dan het forfaitaire rendement, waardoor ze minder belasting hoeven te betalen.
Bij de invoering van het nieuwe stelsel in 2028 zal belasting worden geheven op basis van het werkelijk behaalde rendement. Dit betekent dat belastingplichtigen alleen belasting betalen over de daadwerkelijke opbrengsten van hun spaargeld, beleggingen of andere vermogensbestanddelen.
Gevolgen voor belastingplichtigen
Het huidige systeem van forfaitaire rendementen met een tegenbewijsregeling zal door het uitstel langer van kracht blijven. Hiermee wordt belastingplichtigen de mogelijkheid geboden aan te tonen dat hun werkelijke rendement lager is dan het forfaitaire rendement. Het uitstel resulteert echter in een begrotingsgat van € 2,55 miljard. Om deze derving te compenseren, worden binnen het bestaande stelsel aanpassingen doorgevoerd:
- Het forfait voor overige bezittingen vanaf 2026 verhogen met 1,78% (als deze verhoging al in 2025 zou plaatsvinden, zou dit uitkomen op 7,66% (5,88% + 1,78%)).
- Het heffingsvrije vermogen vanaf 2026 verlagen naar ongeveer € 52.048.
Digitalisering van aangiftes
Het gebruik van de tegenbewijsregeling zal eenvoudiger worden gemaakt. Vanaf 2025 zal het mogelijk worden gemaakt om het werkelijke rendement direct in de digitale belastingaangifte op te geven, zonder dat hiervoor een apart formulier nodig is. Tegen 2027 zal een deel van de aangifte vooraf ingevuld worden met gegevens van financiële instellingen. Op deze manier wordt beoogd de administratieve lasten te verlichten en meer transparantie te bieden.
Kritiek en vooruitblik
Door de verlenging van het huidige systeem zal het forfaitaire systeem, dat door veel critici als oneerlijk wordt ervaren, langer van toepassing blijven op belastingplichtigen met een lager werkelijk rendement. Toch wordt door het kabinet benadrukt dat de extra tijd nodig is om een duurzaam en uitvoerbaar stelsel te ontwikkelen.