Het wetsvoorstel over excessief lenen heeft ten doel uitstel van belastingheffing in box 2 tegen te gaan. Dat uitstel vindt in de praktijk toepassing als geld wordt uitgeleend aan de ab-houder, in plaats van het uitkeren van dividend.
Reeds in 2018 is de maatregel aangekondigd om dit tegen te gaan. Deze maatregel hield in dat de ab-houder tezamen met de partner niet meer dan € 500.000 onbelast mocht lenen van de eigen bv. De financiering van de eigen woning (hoofdverblijf) is uitgezonderd van de maatregel. De staatssecretaris heeft inmiddels een derde nota van wijziging bij het wetsvoorstel over excessief lenen bij de bv naar de Tweede Kamer gezonden. Daarmee is het maximumbedrag aan onbelast lenen verhoogd van € 500.000 naar € 700.000.
Ingeval een ab-houder samen met de partner en bloedverwanten in de rechte lijn (grootouders, ouders, kinderen en kleinkinderen) van de bv tezamen meer dan € 700.000 leent, is het meerdere boven het maximum vanaf 2023 bij de ab-houder belast als fictief regulier voordeel (dividenduitkering) tegen 26,9% aanmerkelijkbelangtarief. Indien de partner of andere verbonden persoon zelf een ab heeft, wordt het voordeel bij hem of haar belast. De lening voor de eigen woning telt niet mee. Maar dat is dan ook de enige uitzondering, hoe zakelijk een lening ook is. De toetsing vindt plaats aan het eind van het jaar. De eerste toetsing zal plaatsvinden op 31 december 2023.
Bron: Tweede Kamer, 24 maart 2022, 35496 nr. 15